bell notificationshomepageloginedit profileclubsdmBox

Read Ebook: Mythen en sagen uit West-Indië by Cappelle Herman Van Jr Backer Willem Illustrator

More about this book

Font size:

Background color:

Text color:

Add to tbrJar First Page Next Page

Ebook has 2778 lines and 128744 words, and 56 pages

Illustrator: Willem Backer

Release date: November 14, 2023

Original publication: Zutphen: W. J. Thieme & Cie, 1926

MYTHEN EN SAGEN UIT WEST-INDI?

DOOR Dr. H. VAN CAPPELLE.

GE?LLUSTREERD DOOR WILLEM BACKER

Aan mijne vrienden

C. VAN DRIMMELEN,

Oud-Agent-Generaal voor de Immigratie, Oud-Lid van den Raad van Bestuur in Suriname, den sympathieken strijder voor de belangen der Amerikaansche Negerbevolking en mijn onvermoeiden tochtgenoot door de Binnenlanden van het District Nickerie, die met zijn helderen blik in de Negerpsyche onzen zwarten arbeiders een vaderlijke leidsman was

Dr. HERMAN F. C. TEN KATE,

den Nederlandschen Anthropoloog en wereldreiziger--den eminenten kenner en vriend der Indianen,

draag ik dezen bundel op.

H. VAN CAPPELLE.

VOORWOORD.

Wanneer wij onder West-Indi? niet alleen de eilandenreeks verstaan, die, tusschen den 10en en 28en graad N.B. gelegen, zich in een boog van de Zuidspits van Florida tot de Noordkust van Zuid-Amerika uitstrekt, en de noordelijke omranding van de Cara?bische Zee vormt, doch ook het gedeelte van het vasteland van Zuid-Amerika, dat onder den naam Guyana bekend is en dat ten N. door den Atlantischen Oceaan en den Orinoco, ten O. door den Atlantischen Oceaan, ten Z. door de Amazonen-rivier en de Rio Negro en ten W. door de Orinoco en de Cassiquiare begrensd wordt, mag de titel van dezen bundel der Mythen- en Legenden-serie gerechtvaardigd zijn, daar het overgroote deel der hierin opgenomen mondelinge overleveringen niet op de West-Indische eilanden, doch in Guyana is bijeengebracht.

Dat ik uit den rijken schat van Mythen, Sagen, Legenden enz. die nog bij de zoo sympathieke, helaas! voortdurend afnemende oorspronkelijke bevolking van Guyana, de Indianen--op de eilanden bijna geheel verdwenen--een belangrijk deel van het materiaal voor dezen bundel heb gekozen, en dat ik deze verzameling in de tweede plaats aan den onuitputtelijken rijkdom, die de mondelinge litteratuur van het nu in West-Indi? zoozeer overheerschende element, de Negerbevolking, aan den folklore-onderzoeker verschaft, ontleend heb--lag voor de hand.

In dezen bundel, waarin de voortbrengselen van den geest van twee der meest uit elkander loopende volken der aarde met elkander vergeleken kunnen worden, kan het den lezer zeker niet duidelijker worden gemaakt, dat Mythen, Sagen en Legenden, die als overoude herinneringen uit lang vervlogen tijden zijn blijven voortleven, een getrouwe afspiegeling zijn van het leven en denken van een volk, en dat, hoe groot, ook in geestelijk opzicht, de volken onderling mogen verschillen, telkens een eenheid, ook in denken, naar voren treedt, die onmiskenbaar op een gemeenschappelijken oorsprong heenwijst.

Hoewel in dezen bundel niet alleen vertellingen voorkomen, die hetzij Mythen, hetzij Sagen of Legenden moeten genoemd worden, doch ook dierenfabels rijkelijk vertegenwoordigd zijn, is de titel, die het eerst voor dezen bundel in de gedachte kwam, behouden.

Over de bezwaren, welke er voor een kunstenaar, die in het land van herkomst geen studies maakte, aan verbonden zijn, om, in overeenstemming met de andere bundels van Thieme's mythen- en legenden-serie, treffende plaatsen uit den tekst te illustreeren, ben ik, den lezerskring in aanmerking genomen, voor welken deze bundel in de eerste plaats bestemd is, ten slotte heengestapt. Dankbaar mag ik erkennen, dat de veelbelovende kunstenaar Willem Backer, voor wien niets te veel was, om in de gedachtenwereld en het zieleleven van twee hem geheel vreemde menschenrassen door te dringen, met zijn rijke phantasie en zijn illustratief-decoratief talent belangrijk tot de poging heeft bijgedragen, om door middel van hunne geestelijke voortbrengselen het leven van twee zoo belangwekkende vertegenwoordigers van het menschdom uit te beelden. Het in beeld brengen van de voorstelling der Indianen en der Negers, die, evenals andere natuurvolken, in hunne vertellingen de dieren als menschen laten optreden en willekeurig in elkander laten overgaan, heeft nog geen ander illustrator aangedurfd. Onze zo?logen zullen dus aan een spin met twintig, in plaats van met acht pooten, geen aanstoot mogen nemen.

Ten gerieve van hen, die dieper in het aantrekkelijke onderwerp wenschen door te dringen, heb ik een, uit den aard der zaak, onvolledig litteratuur-overzicht laten voorafgaan, waarnaar de Nederlandsche lezer door de in den tekst tusschen haakjes geplaatste letters verwezen wordt.

Een woord van bijzonderen dank ben ik hier verschuldigd aan mijn vriend, den Heer C. van Drimmelen, en niet minder aan diens echtgenoote, Mevrouw B. E. C. van Drimmelen, geb. Wolff, die steeds bereid waren, op mijne vragen betreffende gewoonten en de taal der Surinaamsche Negers te antwoorden, terwijl hier ook een woord van dank op zijn plaats is aan de Uitgeefster, de Firma W. J. Thieme & Cie, voor hare medewerking, om dit deel harer Mythen- en Legenden-serie boven het volume harer reeds verschenen bundels te laten uitdijen.

Moge deze verzameling er toe bijdragen, de Indianen en de Negers in een ander licht te doen schijnen, dan waarin de oningewijde van het blanke ras hen, met andere gekleurde rassen, gewoon is te beschouwen en tevens bij den lezer de overtuiging te vestigen, dat de eertijds onderstelde psychische kloof tusschen Blanken en de gekleurde rassen niet bestaat, en dat zoowel het Indiaansche als het Negerras, bij verstandige en goede leiding, voor hoogere ontwikkeling alleszins vatbaar zijn en beiden hunne plaatsen zullen kunnen innemen op den naar hooger strevenden weg, dien het menschdom met zijn vele stamverwante elementen heeft ingeslagen.

GEBEZIGDE LITTERATUUR.

INHOUD.

LIJST VAN ILLUSTRATIES.

Tegenover bldz.

Aan den rand van den afgrond strekte zij hare armen uit Titel .... en niettegenstaande Haboeri met zijn parel hare vingers bijna stuk sloeg, wilde zij niet los laten 64 .... toen hij, in zijn tijdelijk verblijf komend, een vrouw in de hangmat zag liggen en geen baboen op den barbakot 88 Daarna stortte het bootje met het slachtoffer en al zijn zandvlooien omlaag 100 .... een hut waarvoor een stokoude vrouw zat, die in werkelijkheid een kikvorsch was 108 .... want haar man zat zoowaar in levenden lijve in de hut 116 .... want plotseling legde de gier het veerenkleed af, en veranderde in een vrouw 128 .... durfden zij niet naderbij komen 160 In twee groote kanoa's verlieten de strijders de plaats waar de moord op Majapawari geschied was 192 Daar deze negerzangen, ter begeleiding der eentoonige roeibewegingen, in Suriname aan een tocht op het water even onafscheidelijk verbonden zijn geworden 224 Heer Spin rolde in zijn uniformjas over den grond 256 .... ging tusschen zijn kinderen staan en vroeg .... 272 ,,Goeden dag, waarde vriendin" 276 Wanneer zij haar maal gereed had, riep zij haar vriend met luide stem 280 Heer Spin kwam met een zwarten bril op en groette het gezin 283 .... en ging den Dood opzoeken 296 Tot hij op zekeren dag met een tamarindezweep werd afgeranseld 304 Eerbiedig bogen ze voor den wijzen man 312 .... en begon hij, inplaats van de doekoens naar beneden te werpen, zich flink te goed te doen .... 320 Daar zagen zij een meisje onbeheerd zitten 328 .... waaruit zij tot hare groote verbazing tal van gouden, zilveren en andere waardevolle voorwerpen zag te voorschijn komen 336 De duivel .... ging toen bij een smid om zijn tong te laten vijlen 344 Daarom zul je mij van nu af op je rug moeten dragen 352 .... voegde Reiger zich bij hen en luisterde gretig naar wat zij vertelden 374

VERBETERINGEN.

Blz. 2 regel 15 v. b. staat: wreedzame, lees: vreedzame. ,, 5 ,, 4 v. b. ,, : hebben, ,, : heb. ,, 7 ,, 6 v. o. ,, : geidialiseerd, ,, : ge?dealiseerd. ,, 11 ,, 2 v. b. moet met wegvallen. ,, 17 ,, 10 v. o. staat: voor, lees: voort. ,, 28 moeten de regels 9 en 10 v. o. omwisselen. ,, 33 regel 5 v. o. staat: heuvel, lees: hemel. ,, 33 ,, 1 v. o. ,, : 19, ,, : 20. ,, 39 ,, 7 v. b. ,, : hebben, ,, : heeft. ,, 60 ,, 8 v. o. ,, : tot, ,, : in. ,, 112 ,, 11 v. o. ,, : schoonbroeder, lees: schoonbroeders. ,, 112 ,, 9 v. o. ,, : bro?r, lees: bro?rs. ,, 121 ,, 3 v. b. ,, : hadden, ,, : had. ,, 137 ,, 4 v. b. ,, : wraken, ,, : wrake. ,, 142 ,, 2 v. b. ,, : hem, ,, : hen. ,, 142 ,, 3 v. b. ,, : zij, ,, : hij. ,, : hem, ,, : hen. ,, : zouden, ,, : zou. ,, 151 ,, 7 v. o. ,, : weefpatroon, lees: vlechtpatroon. ,, 162 ,, 4 v. o. moet niet wegvallen. ,, 189 ,, 3 v. b. en regel 4 v. o. staat: kanibalen, lees: kannibalen. ,, 189 ,, 8 v. b. staat: Giorgia, lees: Georgia. ,, 231 ,, 5 v. o. ,, : het, ,, : den. ,, 241 ,, 1 v. b. ,, : het, ,, : den.

INLEIDENDE BESCHOUWINGEN.

Zooals overal, waar natuurvolken met het blanke element in nauwere aanraking komen, heeft de nadeelige invloed van de toenemende blanke bevolking zich op de kinderen van het land, de Indianen, doen gelden. Doch niettegenstaande dezen invloed, die niet alleen uitroeiing op groote schaal met zich bracht--van de eenmaal zoo aanzienlijke Indianenbevolking der West-Indische eilanden is zoo goed als niets meer overgebleven--maar ook een ontaarding van het ras met zich sleepte, is er nog veel van het schoone, dat de Indiaan in moreel opzicht boven zijn blanke overheerschers verheft, overgebleven, en heeft hij door het van geslacht op geslacht oververtellen van zijn mythen- en legendenschat de grondstellingen van zijn verheven zedenleer voor zijne nakomelingen--de moraal van zijne onderdrukkers ten spijt--weten te bewaren en zijn wij in staat, ook den belangstellenden Nederlandschen lezer daarvan te laten genieten, hoezeer ook zijne mondelinge overleveringen den invloed der latere binnendringers, zoowel van Blanken als van Negers, hebben ondervonden.

Het grootste deel van het materiaal, waarover ik voor deze verzameling kon beschikken, is afkomstig uit een tijd, toen de Indianen reeds lang aan vreemde invloeden blootgesteld waren geweest.

De wreede tijden der Spaansche veroveraars , toen het meest vreedzame en het meest daarvoor toegankelijke deel der Indianen, vooral op het West-Indische eilandengebied, op ruwe wijze vernietigd was geworden, zijn voor het mythen-onderzoek weinig vruchtbaar geweest; en in de daarop volgende periode, toen het overgebleven deel, nog het talrijkst in Guyana's uitgestrekte oerwouden, de aanraking ondervond van blanke zendelingen, deels der Katholieke, deels der Hernhutter missies, zijn de mondelinge overleveringen, hetzij door missionarissen, hetzij door wetenschappelijke reizigers, die de groote waarde van het vergelijkende mythen-onderzoek toen nog niet konden vermoeden, bij verschillende stammen te boek gesteld, zoodat wij het oorspronkelijk element in de mythen en legenden uit die tijden veelal vertroebeld vinden door het later daarin gebrachte Christelijke element.

Vooral de mythen en legenden der Benedenlandsche Indianen, die wij aan den arbeid van W. H. Brett , voor Engelsch Guyana en van C. van Coll , voor Nederlandsch Guyana--beiden Katholieke zendelingen,--en aan den arbeid van de gebroeders Penard , voor Suriname te danken hebben, geven ons, zooals Dr. Herman ten Kate, een der beste Nederlandsche Indianen-kenners, terecht heeft opgemerkt , een duidelijk beeld van de groote veranderingen, die de verhalen onder den invloed der blanken, vooral der zending, hebben ondergaan.

Ook de toenemende aanraking der Indianen met de Negerbevolking, die meer en meer het woongebied der Indianen binnendrong, heeft niet nagelaten, hier en daar het oorspronkelijke Indiaansche element in de mondelinge overleveringen te versluieren.

Bij eene kennisneming der in dezen bundel bijeengebrachte verzameling zal menig lezer herhaaldelijk ook aanknoopingspunten ontdekken met de mythen-schat der Oude wereld en het is zeker de groote verdienste van Paul Ehrenreich geweest, het hoogst waarschijnlijk te hebben gemaakt, dat de mythenschat der Zuid-Amerikaansche Indianen het overblijfsel is van een oeroude vroeger over het geheele gebied der Nieuwe wereld verspreide groep van overleveringen, en dat aan den anderen kant een in jongere tijden uit het Noorden langs de Stille Zuidzee komende groep van mythen- en sagenelementen er mede gemengd is geworden, die gedeeltelijk tot in het Oostelijk Halfrond vervolgd kan worden.

Dit jongere mythenelement, dat het Noordwestelijk gebied van Noord-Amerika met deelen van Noordoost-Azi? gemeen heeft, blijkt nog tot ver het Zuid-Amerikaansche gebied te zijn binnengedrongen en heeft, zooals begrijpelijk is, dezelfde wegen gevolgd als de stoffelijke bezittingen van het Indiaansche ras, zoodat de groote mythenstroomingen uit het Oostelijk Halfrond met de uitkomsten der Archeologische en Ethnologische onderzoekingen in overeenstemming gebracht konden worden. Het grootste deel der in dezen bundel opgenomen mythen, sagen en legenden der Indianen van West-Indi? zijn ontleend aan het belangrijke werk van Walter E. Roth , getiteld ,,An inquiry into the animism and folk-lore of the Guiana Indians", een bij uitstek deskundig onderzoeker, die meerdere jaren Commissaris en Beschermer was van de Indianen in het Pomeroen-district van Engelsch Guyana, en wiens onderzoekingen zich ook hebben uitgebreid tot de Indianen van Venezuela, Suriname en Fransch Guyana.

Hoewel wij met den Nederlandschen onderzoeker, Prof. Dr. J. P. B. de Josselin de Jong , moeten erkennen, dat het bijna onmogelijk is, in een der Europeesche talen we?r te geven, wat er in het gemoed van den Indiaan omgaat, wanneer hij in kinderlijk na?even verhaaltrant het diep-gevoelde gemoed, dat uit vele zijner vertellingen spreekt, tracht bloot te leggen, hebben wij toch gemeend, in dezen bundel de beschaafde schrijftaal te moeten bezigen, teneinde den lezer, wien het vooral om den inhoud te doen is, beter het verhevene, dat het denken der oorspronkelijke bewoners van West-Indi? kenmerkt, te laten gevoelen.

Het bijzondere karakter, dat de mythen, sagen en legenden der Zuid-Amerikaansche Indianen vertoonen en waardoor zij zich van den rijken schat, op dit gebied in Noord-Amerika bijeengebracht, onderscheiden, is aan de weelderige tropische natuur van Guyana's binnenlanden toe te schrijven, zoo geheel verschillend van de landschappen, te midden waarvan de Noord-Amerikaansche stammen verblijf houden. De groote ontwikkeling van het riviernet doet het nl. begrijpelijk voorkomen, dat het tooneel der verhalen voornamelijk de rivieren zijn, aan wier met tropisch oerwoud omzoomde oevers het Indiaansche leven zich in hoofdzaak afspeelt. Daar in dit gebied meren ontbreken, bedoelt de verteller, wanneer hij van meren spreekt, overstroomde rivieroevers.

Terwijl ik mij bij eene keuze voor deze verzameling in de eerste plaats heb laten leiden door het streven, bij den lezer belangstelling te wekken voor het Indiaansche zieleleven, heb ik er in de tweede plaats zooveel mogelijk zorg voor gedragen, dat de voornaamste natuur- en cultuurvoortbrengselen, die het bestaan der Indianenbevolking van tropisch Amerika beheerschen, in deze verzameling vermelding vinden.

De vertellers waren vrouwen en mannen, doorgaans ouden van dagen, van de drie voornaamste stammen van Guyana: de Cara?ben, de Arowakken en de Warraus , die de zwakke overblijfsels zijn van vroeger talrijke en machtige stammen, welke deel uitmaken van de groep der z.g. Benedenlandsche Indianen van Guyana, die volkenkundig met de dieper in het binnenland wonende z.g. Bovenlandsche Indianen en met de bijna geheel uitgeroeide oorspronkelijke bevolking van de Groote en Kleine Antillen tot eenzelfde gewest mogen gerekend worden, dat ook het stroomgebied der Orinoco en der Amazone omvat en zich tot de Paraguay-rivier uitstrekt.

De talen, die in dit gebied gesproken worden, behooren tot drie verschillende taalstammen, het Cara?bisch, het Arowaksch en het Warrausch.

De nauwere aanraking, die deze stammen van oudsher met elkander hebben gehad--tegenwoordig treft men Cara?bische en Arowaksche nederzettingen , door elkander langs verschillende beneden-rivieren van Guyana aan--maakt het begrijpelijk, dat meerdere verhalen, zij het in gewijzigden vorm, bij deze drie stammen verteld worden.

Dat deze oude overleveringen niet steeds het leven der tegenwoordige stammen uitbeelden, behoeft geen nader betoog. De verheven moraal echter, die deze primitieve, door sommige waarnemers zoo slecht begrepen stammen daarin hebben ne?rgelegd, mag, zooals bekwamer beoordeelaars genoegzaam hebben bewezen, nog als die van den oorspronkelijken Indiaan beschouwd worden, voor zoover nl. de aanraking met de Europeesche ,,beschaving" niet reeds haar noodlottig werk heeft gedaan.

INHOUD DER VERHALEN

De mondelinge overleveringen der Indianen van West-Indi? behooren tot verschillende met bepaalde namen aangeduide rubrieken.

In de eerste plaats komen er z.g. kosmogoni?n onder voor, waarin denkbeelden omtrent den wereldschepping zijn ne?rgelegd en die voor een vergelijkend mythen-onderzoek steeds de meeste waarde bezitten. Deze mythen wortelen in een natuurgodsdienst en hebben haar ontstaan te danken aan de neiging der natuurvolken, om zich de natuurkrachten en natuurverschijnsels als levende wezens te personifi?eren. De kosmogonie is, zoowel naar inhoud als naar vorm, in hoofdzaak natuurmythe, want het ontstaan der kosmische en organische wereld worden er in behandeld, terwijl de natuurverschijnselen er als handelingen van bezielde wezens in worden voorgesteld. Deze natuurmythen bepalen zich tot een zeer beperkten voorstellingskring en hebben betrekking tot werkelijk bestaande en gemakkelijk waarneembare natuurverschijnsels.

In de tweede plaats komen in deze verzameling z.g. sagen voor, die beschouwd moeten worden als bij het volk opgekomen verhalen, welke een historischen grondslag hebben, en waarin de geest van het volk, de beteekenis van een feit of van een persoon en de indruk, dien deze op het voorgeslacht hebben gemaakt, blijven voortleven. Wij treffen er ook z.g. Heldensagen onder aan, die, veelal sterk ge?dealiseerd, de geschiedenis bevatten van groote voorvaderen, nationale helden, en waarvan de waarheid in den tijd, toen zij ontstonden, door niemand in twijfel werd getrokken. Deze heldensagen bevatten dikwijls mythische elementen, die zich langzamerhand als werkelijk gebeurde feiten ontwikkeld hebben, waardoor de Heldensage in hare oorspronkelijke gedaante een integreerend bestanddeel der scheppingsmythe vormt. In deze sagen worden de mythische voorvaderen van het volk met de cultuurbrengers gelijkgesteld.

Terwijl de sage min of meer historie is, zijn de sprookjes uitsluitend uitingen der volksfantasie. Evenals de mythen en sagen zijn vele sprookjes voortgekomen uit het volksgeloof, dat beheerscht wordt dooreen uitgebreid bijgeloof, te voorschijn geroepen door de menigte geheimzinnigheden der natuur. Vooral in het tropische oerwoud, waarin zelfs de ontwikkelde mensch te midden der overweldigende natuur door die geheimzinnigheden wordt aangegrepen en waarin ieder, die er in doordringt, zich overgegeven voelt aan bovenaardsche machten, moest bij den primitieven mensch wel de meening ontstaan, dat alles wat hij waarneemt, waaronder veel, dat hij niet begrijpen kan, door bezielde wezens wordt voortgebracht. Zoo is het niet te verwonderen, dat het Indiaansche leven nog geheel beheerscht wordt door het geloof aan talrijke geesten , die er deels op uit zijn, kwaad te stichten en den dood kunnen veroorzaken, deels de levenden tegen onheilen kunnen beschermen.

Niet zelden zijn de sprookjes minder goed herkenbare uitloopers van de tot de Mythen-categorie behoorende Kosmogonie en de Heldensage.

Add to tbrJar First Page Next Page

 

Back to top